Over de drempel

De doopsgezinde Kerk in Edam had een metershoge drempel, zo voelde het. Lang geaarzeld voor ik ‘het’ durfde. En dat ‘het’ was: meedoen aan een opstelling met lotgenoten. Seksueel misbruik, inderdaad. Maar was het nou écht zo erg geweest? En moet je dat gaan ‘delen’ – zo heet dat dan – met mensen die je niet kent? Wat lost dat op? Maar ik moest toch íets, zo kon het niet verder. Voelde me rot, nutteloos, waardeloos, al jaren. Terwijl dat nergens voor nodig was. Dat zeiden mijn vrienden en geliefden ook. Gelijk hadden ze. Wat mij weer woedend maakte. Vooral op mezelf. Dus stapte ik op een dag een kerkvloer op, voor een opstelling. Er bestaan twee soorten mensen: zij die het al eens hebben gedaan – maar die kunnen op een of andere manier nooit goed uitleggen wat er gebeurt, tussen al die samen-denkende en samen-voelende mensen. ‘Magisch’, zeggen ze dan. Okay. Ongetwijfeld. Maar je kunt het dus aan niemand vragen – de rest weet het zeker niet. En nu ging ik het toch doen, voor de eerste keer. Onder leiding van Jan Gunter, iemand die ik al jaren kende, maar niet in de rol van begeleider. Eng, want hij kende mij, en geruststellend, want ik kende hem. Oftewel, geen idee wat er zou gebeuren. Op het moment dat ik de drempel overging, letterlijk, zag ik de anderen. Lotgenoten. Ik herkende ze, onmiddellijk, ik weet niet hoe. ‘Ah, zij ook. en ik dus ook, ik heb het niet verzonnen, en fok it, daar kan en wil ik niet meer omheen’. Een enorme opluchting, terwijl er nog niets was gebeurd. Rust, herkenning en veiligheid bleken al genoeg om een ervaring te hebben die ik nooit had gehad. Toen werd het een soort toneelstukje – het was veel meer, achteraf, maar dat was het eerste wat ik dacht. Er was iemand die iets vertelde. Een vraag had. Een pijn. De rest kreeg of nam een rol: de vader, de moeder, het onschuldige vrolijke kind van ooit. Daar begon de magie. Want niemand wist zijn of haar tekst – die was er niet. Gepaste bijdragen verzinnen kon ook niet: niemand wist, uiteindelijk, wie die ene hoofdpersoon, de vragensteller, precies was. Maar het werkte. Zes mensen werden samen, zonder afspraken of trucs, zomaar die andere levende. Alles wat diegene pijnlijk ontbrak bleek ergens te zijn. Bij de anderen. Die herkenden weer in wat zich voltrok hun eigen brokstukken en gaten. Zoiets troost, ontknoopt, doet ook pijn, maar geeft onverwachte vrede en opent deuren waarvan je niet wist dat ze er waren. Gaat als vanzelf. Blijft de vraag: hoe kán dat nou? Het enige wat ik bewust heb gedaan is de drempel overgaan en me vervolgens overgeven aan die anderen. Ja, magisch. Ik moest, eerlijk is eerlijk, na die eerste keer wel even twee weken bijkomen. Toen ook gebeld en gesproken met Jan, nazorg hoort erbij. Daarna vaker geweest. De verrassing gaat er niet af. En de winst? Ik ga meer lijken op wie ik ben, leer leven met mijn lot – vroeger was dat wel het láátste wat ik wilde. Maar het lucht zó op. Nieuw uitzicht, nieuwe ruimte. 

Justus van Oel  

www.justusvanoel.nl